top of page

Tijd



In de Tuin van Chronos en Kairos koestert Tijger zich in het altijd zachte zomerzonnetje. Tevreden knorrend kamt hij zijn snorharen. Konijn huppelt zenuwachtig om hem heen met een stapeltje papieren onder zijn voorpoot geklemd. Aan zijn borst bungelt een horloge.

“Kom, we moeten aan de slag!” zegt Konijn. “We hebben maar een dag.”

“Plus twee uur,” bromt Tijger. “Haast is overbodig.”

“Maar…”

“Ik heb nooit leren spinnen. Dat had ik graag gekund, maar het gaat niet.” Tijger maakt een gorgelend geluid. “Of vind jij dit wel op spinnen lijken?”

Konijn schudt zijn hoofd.

Tijger zucht. “Iets willen is één ding, of het lukt is heel wat anders.” Peinzend kijkt hij in de verte.

“Zeker,” zegt Konijn, “Zeg, over de planning…”

“Ben jij vegetariër?”

“Ehm… ja, natuurlijk. Heb je ooit een konijn biefstuk zien knagen?” Konijn gruwt bij het idee.

“Ik was graag vegetariër geworden,” mijmert Tijger. “Niet gelukt.”

Konijn bladert in zijn papieren. “Over voedsel gesproken, de graancrisis…”

“Ik ben wel meer gaan bewegen. Toch weer vier kilo eraf.” Tijger klopt op zijn buik.

Konijn laat zijn papieren zakken. “Ga je mij nog helpen of niet?”

“Jaja.” Tijger gaat languit in het gras liggen. Konijn zakt op zijn kont naast de kop van zijn voorganger. De papieren legt hij naast zich neer.

“Wanneer dan?”

“Nu, straks, zojuist,” mompelt Tijger.

Konijn gooit zijn voorpoten in de lucht. “Ik snap je niet! Er zijn een miljoenmiljard dingen waar we naar moeten kijken, ik moet weten hoe jij denkt over de oorlog in Gaza en de mogelijke herverkiezing van Trump, of Paul de Leeuw wel of niet moet stoppen met TV maken…”

Tijger richt zich langzaam op. “Kinderen van een tijger en een leeuwin heten lijgers en andersom teeuwen, wist je dat? In Gaza worden levens verpletterd, God, Jahwe of Allah mag weten waarom. Amerikanen geloven een oranje blaaskaak omdat ze nergens meer in geloven.”

“En?”

“En wat?”

“Wat kan ik daaraan doen?”

“Niks.”

Konijn hapt naar adem. “Niks?”

“Dat zeg ik.”

Ze zwijgen een tijdje.

“Waarom zou ik de klus dan aannemen?” vraagt Konijn.

“Wat gebeurt er als je het niet doet?”

“Dan is er geen tijd.”

Tijger legt voorzichtig een voorpoot op de schouders van Konijn. “Precies. Wij geven wat in ieder geval nodig is. Zonder tijd houdt alles op.”

Konijn laat de woorden van Tijger op zich inwerken.

“Niets plannen dus?” zegt hij.

“Tuurlijk wel. Dat de lente er op tijd komt, de zomer daarna. Dat soort grote dingen.”

Konijn knikt en pakt zijn horloge. “En dit dan?”

Tijger schudt langzaam zijn kop. “Tijd leeft zonder tikken van een klok.”

Konijn stopt het klokje in zijn bontjas en gaat met een diepe zucht naast Tijger zitten.


Samen zien ze hoe de zon ondergaat en de nieuwe dag begint.

bottom of page